Het lot van deze stad is vrij tragisch. Vanwege dit feit kreeg Enschede en zijn inwoners van zijn andere landgenoten en buren een sarcastische bijnaam "brandstichters". Inderdaad, drie branden met wereldwijde bekentheid hebben de stad verwoest in 1517, 1750 en 1862. Dit verklaart het feit, dat er niet veel middeleeuwse gebouwen met architectuur van steen en hout zijn in deze stad. Helaas lijkt het alsof mensen ook van deze geschiedenis weinig hadden geleerd, want op 13 mei 2000 is de stad opnieuw getroffen door een grote explosie en brand, waarbij 23 mensen om het leven kwamen, 947 mensen raakten gewond waarvan 527 in het ziekenhuis moesten worden behandeld. Er werd een gebied van 42 hectare verwoest, 450 huizen raakten geheel verloren en nog eens 1500 woningen werden beschadigd. De plaats van de ramp, de wijk ´Roombeek‘ is nu een volledig opnieuw opgebouwd in moderne stijl.
Een lange tijd was Enschede een van de grootste centra van de textielindustrie, maar vanaf jaren '70 begon deze productie te dalen. De overvloed van goedkope goederen uit Azië was een kwaad lot voor de lokale industrie. Het leek erop dat de stad wordt geconfronteerd met op handen zijnde ondergang.
De stadsbestuur moest onmiddellijk naar manieren zoeken om Enschede te redden. De oplossing was de ontwikkeling van toerisme. Vrij snel ontstond een groot aantal moderne winkelcentra, markten en boetiekjes. Gunstige locatie van de stad, uitstekende transport infrastructuur en de nabijheid van de grens hebben snel de goede handel helpen te organiseren. Tegenwoordig is Enschede letterlijk herboren. De stad verwelkomt gasten met moderne musea en bioscopen, winkelcentra en mooie galerieën, en Enschede verandert geleidelijk in het centrum van niet alleen commercieel, maar ook cultureel toerisme.